Deel deze pagina

Pedagogisch project Ter Elst

Pedagogisch project gemeentelijk basisonderwijs

Gemeentelijke Centrumschool
Stationsstraat 58
1840 Londerzeel

Gemeentelijke Kouterschool

Kouterbaan 17
1840 Malderen

Gemeentelijke Lagere school ‘Ter Elst’
Jozef Van Doorslaerstraat 47
1840 Steenhuffel

  1. Gegevens met betrekking tot de situering van de onderwijsinstelling De Centrumschool en Kouterschool zijn basisscholen en school ‘Ter Elst’ is een lagere school. 
    Zij behoren tot het officieel gesubsidieerd onderwijs. 
    Het schoolbestuur is het gemeentebestuur van Londerzeel.
    De school staat open voor alle kinderen, welke ook de levensopvatting van de ouders is.
    De vrije keuze van de cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer is gewaarborgd.
    Het onderwijs dat binnen de school door de leraren wordt aangeboden past in het kader van richtlijnen, vastgelegd door het gemeentebestuur in een door haar erkend pedagogisch project.
    Dit pedagogisch project bepaalt de aard van het onderwijsaanbod binnen onze school. Van de leraren wordt geëist dat ze volgens de richtlijnen van dit pedagogisch project onderwijs verschaffen. Alle andere participanten worden verondersteld dezelfde opties te onderschrijven.
    Beslissingen inzake gemeentelijk onderwijs behoren tot de bevoegdheid van de gemeenteraad. 
    Het gemeentebestuur, als schoolbestuur, heeft dus een verregaande autonomie inzake vormgeving en inhoud van haar gemeentelijk onderwijs. 
    Het pedagogisch project geeft vorm aan deze autonomie.2. Fundamentele uitgangspunten

  2. Fundamentele uitgangspunten

    2.1 Openheid
    De school staat ten dienste van de gemeenschap en staat open voor alle leerplichtige jongeren, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, sekse of nationaliteit.
    2.2 Verscheidenheid
    De school vertrekt vanuit een positieve erkenning van de verscheidenheid en wil waarden en overtuigingen, die in de gemeenschap leven, onbevooroordeeld met elkaar confronteren. 
    Zij ziet dit als een verrijking voor de gehele schoolbevolking.
    2.3 Democratisch
    De school is het product van de fundamenteel democratische overtuiging dat verschillende opvattingen over mens en maatschappij in de gemeenschap naast elkaar kunnen bestaan.
    2.4 Socialisatie
    De school leert jongeren leven met anderen en voedt hen op met het doel hen als volwaardige leden te laten deelhebben aan een democratische en pluralistische samenleving.
    2.5 Emancipatie
    De school kiest voor emancipatorisch onderwijs door alle leerlingen gelijke ontwikkelingskansen te bieden overeenkomstig hun mogelijkheden. 
    Zij wakkert zelfredzaamheid aan door leerlingen mondig en weerbaar te maken.
    2.6 Totale persoon
    De school erkent het belang van onderwijs en opvoeding. 
    Zij streeft een harmonische persoonlijkheidsvorming na en hecht evenveel waarde aan kennisverwerving als aan attitudevorming.
    2.7 Gelijke kansen
    De school treedt compenserend op voor kansarme leerlingen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen.
    2.8 Medemens
    De school voedt op tot respect voor de eigenheid van elke mens. 
    Zij stelt dat de eigen vrijheid niet kan leiden tot de aantasting van de vrijheid van de medemens. Zij stelt dat een gezonde leefomgeving het onvervreemdbare goed is van elkeen.
    2.9 Europees
    De school brengt de leerlingen de gedachte bij van het Europees burgerschap en vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven.
    2.10 Mensenrechten
    De school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind, neemt er de verdediging van op. 
    Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand.

    Belangrijkste aspecten uit de rechten van het Kind:
    - recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;
    - recht op vrijheid van vereniging en vrijheid van vreedzame vergadering;
    - geen enkel kind mag onderworpen worden aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privé-leven, zijn of haar gezinsleven, zijn of haar woning, zijn of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer of goede naam.
    - recht op toegang tot de massamedia; tot informatie en materiaal uit een verscheidenheid van nationale en internationale bronnen, in het bijzonder informatie en materiaal gericht op het bevorderen van zijn of haar sociale, 
    psychische en morele welzijn en zijn of haar lichamelijke en geestelijke gezondheid.
    - recht op bescherming tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik;
    - recht van een geestelijk of lichamelijk gehandicapt kind om een volwaardig leven te hebben, in omstandigheden die de waardigheid van het kind verzekeren, zijn zelfstandigheid bevorderen en zijn actieve deelneming aan het gemeenschapsleven vergemakkelijken;
    - recht op het genot van de grootst mogelijke mate van gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid;
    - het recht van ieder kind op een levensstandaard die toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind;
    - recht op onderwijs. De staten verbinden zich ertoe het primair onderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis beschikbaar te stellen;
    - het onderwijs aan het kind dient gericht te zijn op:
    - het bijbrengen van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
    - het bijbrengen van eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn of haar eigen culturele identiteit, taal en waarden, voor de nationale waarden van het land waar het kind woont, het land waar het is geboren en voor andere beschavingen dan de zijne of de hare;
    - de voorbereiding van het kind op een verantwoord leven in een vrije samenleving, in de geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid van geslachten, en vriendschap tussen alle volken, etnische, 
    nationale en godsdienstige groepen en personen behorend tot de oorspronkelijke bevolking;
    - het bijbrengen van eerbied voor de natuurlijke omgeving.
    - het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven;
    - het recht te worden beschermd tegen economische exploitatie en tegen het verrichten van werk dat naar alle waarschijnlijkheid gevaarlijk is of de opvoeding van het kind zal hinderen, 
    of schadelijk zal zijn voor de gezondheid of lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke of maatschappelijk ontwikkeling van het kind;
    - het recht op bescherming tegen het illegale gebruik van verdovende middelen en psychotrope stoffen;
    - het recht op bescherming tegen alle vormen van seksuele exploitatie en seksueel misbruik;
    - het recht op bescherming tegen alle vormen van exploitatie en seksueel misbruik;
    - het recht op bescherming tegen alle vormen van exploitatie die schadelijk zijn voor enig aspect van het welzijn van het kind.

    3. Visie op basisonderwijs
    De fundamentele uitgangspunten, de principiële houdingen die men heeft t.a.v. mens en maatschappij moeten worden vertaald naar de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. 
    De fundamentele uitgangspunten zijn met andere woorden een kader waarbinnen men kwalitatief onderwijs in de basisscholen wil realiseren. 
    Het is evident dat de fundamentele uitgangspunten die het schoolbestuur vastlegt, gerelateerd moeten worden aan de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, als minimaal verplicht na te streven en/of te bereiken einddoelen.
    De fundamentele elementen in de ontwikkeling van kinderen situeren zich in drie velden:
    - het veld van de basiskenmerken die de kern vormen:
    - het beschikken over een positief zelfbeeld
    - gemotiveerd zijn
    - zelf initiatief nemen
    - het veld van de algemene ontwikkeling dat doelen omvat van meer algemene aard zoals:
    - kunnen communiceren en samenwerken
    - zelfstandigheid aan de dag leggen
    - creatief en probleemoplossend omgaan met de omringende wereld
    - zelfgestuurd leren
    - het veld van de specifieke ontwikkeling dat doelen omvat waarvan men de inhouden kan ordenen volgens leergebieden die in het onderwijs meer specifiek aan de orde zijn:
    - lichamelijke opvoeding
    - muzische vorming
    - taal
    - wereldoriëntatie
    - wiskunde
    Deze drie ontwikkelingsvelden zijn geënt op ‘de wereld’, in zijn ruime betekenis. 
    Het is de werkelijkheid waarin het kind gaat functioneren. Het kind leert de werkelijkheid begrijpen, wordt vaardig en ontwikkelt een positieve houding.
    De kwaliteit heeft met andere woorden alles te maken met de fundamentele uitgangspunten die het schoolbestuur vooropstelt en die samen met de schoolgemeenschap concreet vorm krijgen. 
    Vanuit dit pedagogisch project werkt het lerarenteam op zodanige wijze aan de realisatie van de vooropgestelde doelen, dat er recht wordt gedaan aan de kenmerken van goed basisonderwijs.
    Kwaliteit voor een school betekent dus meer dan de mate waarin en de wijze waarop doelen worden gerealiseerd. 
    De kwaliteit van een school uit zich op de eerste plaats in het dagelijks pedagogisch klimaat, het samenlevingsmodel dat de school uitbouwt, de leef- en werkcultuur die er heerst.
    In de visie op basisonderwijs bij de leerplannen OVSG heeft OVSG de kenmerken van goed basisonderwijs omschreven.
    Deze kenmerken zijn:
    - samenhang
    - totale persoonlijkheid
    - zorgverbreding
    - actief leren
    - continue ontwikkelingslijn
    Samenhang
    - Een leergebieden- of vakkengesplitste benadering van de realiteit is niet aan te bevelen. 
    Kinderen beleven en ervaren de realiteit immers niet in vakjes.
    - De school moet ervoor zorgen leersituaties te creëren die voor de kinderen herkenbaar zijn. 
    De kinderen moeten de centrale plaats innemen. 
    Kinderen dienen zich op de eerste plaats veilig en goed te voelen op de basisschool.
    - De doelstellingen van het basisonderwijs hebben niet enkel betrekking op kennis opdoen. 
    Ook het verwerven van inzichten, vaardigheden en attitudes met betrekking tot verschillende werkelijkheidsgebieden zijn belangrijke doelstellingen. 
    Daarnaast dienen ‘leren leren’, ‘probleemoplossend denken’ en ‘sociale vaardigheden’ door de basisschool heen in verschillende leergebieden aandacht te krijgen.
    Totale persoonlijkheidsontwikkeling
    - Alle aspecten van de persoonlijkheid dienen via de aangeboden vorming in hun ontwikkeling te worden gestimuleerd en dit op evenwichtige wijze. 
    Ook de sociale/emotionele ontwikkeling moet voldoende invulling krijgen. 
    Daarbij is de sociale interactie tussen leraren-leerlingen en leerlingen onderling van essentieel belang.
    - Aandacht voor de totale persoonlijkheidsvorming houdt in dat het schoolteam zich beraadt over een evenwichtig vormingsaanbod en een evenwichtige activiteitenplanning.
    - De school houdt in haar aanbod niet alleen rekening met de verschillende ontwikkelingsterreinen, maar ook met de verschillen in persoonlijkheidsontwikkeling.
    - Aandacht voor de totale persoonlijkheidsontwikkeling impliceert daarom een gerichtheid op individualiserend onderwijs.
    Zorg en gelijke onderwijs kansen
    - Een goede interactie tussen kind en leraar, die ook rekening houdt met de thuissituatie, is noodzakelijk om tot succesvolle oplossingen te komen.
    - Zorg heeft te maken met de aandacht die de school aan kinderen wil geven, met de wijze waarop ze omgaat met verschillen tussen kinderen.
    - Soepele overgangen van kleuterniveau naar lager onderwijs en tussen leeftijdsgroepen dienen te worden gecreëerd. Doorbreken van het traditionele leerstofjaarklassensysteem in de lagere school is mogelijk.
    - De schoolteamleden trachten hun onderwijs af te stemmen op de mogelijkheden van de individuele kinderen die ze op school begeleiden.
    - Dit impliceert dat de school aan een aantal organisatorische voorwaarden voldoet: overlegmogelijkheid, flexibele klasorganisatie,… Daarnaast moeten de leraren de attitude hebben om met elkaar over hun onderwijspraktijk te overleggen, 
    systematich te reflecteren op de eigen praktijk, de ouders bij het schoolgebeuren te betrekken en open te staan voor nieuwe inhoudelijke vormen van onderwijs-ondersteuning en –remediëring.
    - Zorgen dat kinderen zich goed en geaccepteerd voelen op school, er gaan functioneren en er plezier beleven, behoort tot de essentie van zorg.
    - Een school die werkt aan zorg, zal differentiatievormen inbouwen met het oog op het ondersteunen van elk kind in zijn ontwikkelingsmogelijkheden.
    Actief leren
    - Actief leren is dus voor het kind een productief proces. Het is leren dat van het kind zelf uitgaat en door het kind spontaan als betekenisvol wordt ervaren. 
    Het kind heeft belang bij wat het doet en gaat daarom volledig op in het anticiperen en oplossen van problemen.
    - De sociale interactie tussen leraar en leerling en tussen leerlingen onderling is een essentieel onderdeel van dit interactief proces.
    - Om actief leren op school te stimuleren, dienen realistische en betekenisvolle probleemsituaties (contexten) binnen de leersituatie te worden gecreëerd.
    - Bij actief leren ligt de klemtoon eerder op het verwerken van, dan op de hoeveelheid aan leerinhouden. 
    Kennis en inzicht zijn in die mate belangrijk dat zij gekoppeld kunnen worden aan denkhandelingen en strategische vaardigheden. 
    Hierdoor worden ze voor het kind hanteerbaar binnen probleemsituaties en worden ze hefbomen voor actief leren en ontwikkeling.
    Continue ontwikkelingslijn
    - Het aangeboden onderwijs wordt zowel naar moeilijkheidsgraad als naar inhoud afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden en –behoeften van de leerlingen.
    - Aandacht voor continuïteit binnen onderwijs betekent ook dat men de drempels tussen de verschillende fasen van de schoolloopbaan, tussen leergebieden, tussen thuis- en schoolervaringen van de leerlingen, zo laag mogelijk maakt.
    De begeleiders van het kind door de basisschool moeten deze continuïteit nastreven. Voor de schoolteamleden betekent dit gelijkgerichtheid, stimuleren van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn, afspraken maken en nakomen.